De eigenlijke expeditie bestaat uit een groot aantal personen. In 2000 bestond het team uit 38 archeologen (hoewel niet allemaal tegelijkertijd in Berenike aanwezig), vijf man ondersteunend personeel (kok, chauffeur enz.), drie inspecteurs van de Oudheidkundige Dienst en ongeveer 80 Ababda werklui.
Zowel drinkwater als waswater moet worden aangevoerd, in het verleden vanaf een bron ongeveer 130 km naar het zuiden maar sinds het begin van het nieuwe millennium vanaf een pas gebouwde ontziltingsfabriek ongeveer 30 km naar het noorden. Voedsel wordt aangevoerd vanuit Quseir, 300 km naar het noorden, of zelfs vanuit Hurghada of Caïro. Het expeditie team woont in tenten maar kan gebruik maken van de opslag- en werkfaciliteiten in het Ababda Museum dat ter plaatste is gebouwd door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. De expeditie bezit twee gedeukte auto's, en huurt een derde, voor de aanvoer van voedsel en om de woestijn in te trekken voor het onderzoek van het achterland. Zonnepanelen leveren de stroom voor de computers, de printers en de microscopen. Het eten wordt bereid op butagas en opgediend in een grote eettent. Na zonsondergang voorzien kerosine lampen, kaarsen en zaklantaarns het team van licht. De sanitaire voorzieningen bestaan uit door de zon verwarmde douches en latrines gegraven door vrijwilligers.
Het Project waardeert de ondersteuning van de Egyptische Oudheidkundige Dienst alsmede de ondersteuning en de medewerking van een groot aantal personen die hun werk niet in Berenike maar daarbuiten verrichten. De opgraving werkt met een groep Ababda bedouïnen afkomstig uit de naburige dorpjes Arab Saleh en Manazig, en uit Mersa Alam en het gebied ten noorden van Aswan. Behalve het verrichten van werkzaamheden ontvangen zij ook onderwijs in archeologische veldtechnieken, gegevensverwerking en de het behoud van de antiquiteiten in de woestijn. Hun kennis van het gebied is van grote waarde voor het onderzoek van het achterland waarbij reeds vele antieke wegen, mijnen, steengroeven en nederzettingen zijn ondekt, in kaart gebracht en bestudeerd. Een aantal medewerkers van het Berenike project zijn betrokken bij het onderzoek naar de materiële cultuur en het dagelijk leven van de Ababda bedouïnen om daarmee een nauwkeurige beschrijving voor het nageslacht te bewaren alsmede sommige van de vondsten in Berenike beter te begrijpen.